boekdelen
- boek·de·len
- boekdeel met uitgang -en
de boekdelen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord boekdeel
- Zijn romancyclus omvatte zeven dikke boekdelen.
- boekdelen spreken
heel duidelijk iets laten merken zonder te spreken
- Zij sprak hem niet tegen, maar haar ogen spraken boekdelen
- ▸ Twee dagen later bood de volgende verleiding zich alweer aan: Casa de Luna. Het op een bord langs de weg geschreven zinnetje ’Er zijn twee soorten hikers: zij die naar Casa de Luna zijn geweest en zij die ervan balen dat ze niet zijn gegaan’, sprak boekdelen.[1]
- ▸ 'Nou... 'Zijn schouderophalen sprak boekdelen.[2]
- Het woord boekdelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Danielle Teller (vert. Marja Borg)“Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477