Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blur·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]

Werkwoord

blurren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
blurren
blurde
geblurd
zwak -d volledig
  1. om privacyredenen bepaalde delen van een foto- of filmopname vervagen
     Een van de oplossingen zou kunnen zijn om de agenten onherkenbaar te maken door ze te blurren, zoals dat heet.[2]
     Jaime denkt er over na om in het vervolg de gezichten te blurren. Hij heeft woensdag met zijn account een video geliket met de titel 'Hoe maak je iemand onherkenbaar in een video'. Liever houdt hij de daders gewoon herkenbaar.[3]


Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. blurren op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Journalistenvereniging: blurren gezichten agenten onwenselijk” (Donderdag 8 december 2016, 10:39), NOS
  3.   Weblink bron “Op YouTube zakkenrollers pakken, mag dat?” (5 januari 2017), NOS