bled

  1. verleden tijd van bleed
  2. voltooid deelwoord van bleed


  • Uit het Noordafrikaans Arabisch بلد /balád/ 'land(streek)'. [1]

bled m

  1. (spreektaal) dorp, gat (in een Noord-Afrikaanse context)
    «Comment, aller habiter à perpète dans un bled perdu? Pas question!»
    Wat, ergens ver weg in de rimboe gaan wonen? Geen sprake van! [2]
  2. (spreektaal) geboorteland, land van origine (in een Noord-Afrikaanse context)
    «Mourad, tu pars au bled cet été? – Non, je reste à la cité.»
    Mourad, ga je naar je geboorteland deze zomer? – Nee, ik blijf in de stad. [2]