vervoeging
onbepaalde wijs to  bleed 
he/she/it  bleeds 
verleden tijd  bled 
voltooid
deelwoord
 bled 
onvoltooid
deelwoord
 bleeding 
gebiedende wijs  bleed 

bleed

  1. bloeden
  1. een bloeding
  2. (drukwerk) afloop
  3. (geluidsopname) de situatie waarbij een microfoon geluid opneemd van een andere bron dan de bedoeling was.