bismillah
- bis·mil·lah
- Leenwoord uit het Arabisch, in de betekenis van ‘tussenwerpsel: uitroep aan het begin van enigerlei onderneming’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1976 [1] [2]
bismillah
- uitroep aan het begin van enigerlei onderneming gezegd door moslims om Gods zegen af te roepen
- Het woord bismillah staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bismillah" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
20 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "bismillah" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ bismillah op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be