bijpleisterende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bij·pleis·te·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | bijpleisteren |
bijpleisterende
- verbogen vorm van bijpleisterend, het onvoltooid deelwoord van bijpleisteren
vervoeging van: | bijpleisteren |
verbogen vorm: | bijpleisterendee |
bijpleisterende