bijeennemende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bij·een·ne·men·de
Werkwoord
vervoeging van: | bijeennemen |
bijeennemende
- verbogen vorm van bijeennemend, het onvoltooid deelwoord van bijeennemen
vervoeging van: | bijeennemen |
verbogen vorm: | bijeennemendee |
bijeennemende