bijbels
Niet te verwarren met: Bijbels |
- bij·bels
de bijbels mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bijbel: exemplaren van de Bijbel
- ▸ De ingezamelde bijbels zijn simpelweg bij het oud papier terechtgekomen.[1]
bijbels
- verouderde spelling of vorm van Bijbels vanaf 1955 tot 2006: uit, volgens of met betrekking tot de Bijbel
- ▸ In 1926 raakte hij betrokken bij een bijbels interpretatieconflict (Geelkerken) in de gereformeerde kerk, wat tot een afsplitsing leidde.[2]
- Het woord bijbels staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijbels" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Weblink bron Wouter van Dijke“Groene Bijbel uit de handel om fraude” (30 november 2016) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be