bezeikt
- be·zeikt
- vervoeging van bezeiken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van |
---|
bezeiken |
bezeikt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezeiken
- Jij bezeikt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezeiken
- Hij bezeikt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bezeiken
- Bezeikt!
vervoeging van: | bezeiken… |
verbogen vorm: | bezeikte |
bezeikt
- voltooid deelwoord van bezeiken
- [2] bezeken
- Het woord bezeikt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.