bevonden
- be·von·den
- vervoeging van bevinden: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling i-o (/ɪ/ - /ɔ/)
vervoeging van |
---|
bevinden |
bevonden
- meervoud verleden tijd van bevinden
- Wij bevonden.
- Jullie bevonden.
- Zij bevonden.
- Wij bevonden.
- voltooid deelwoord van bevinden
- Het woord bevonden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.