Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·von·den
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
bevinden

bevonden

  1. meervoud verleden tijd van bevinden
    • Wij bevonden. 
    • Jullie bevonden. 
    • Zij bevonden. 
  2. voltooid deelwoord van bevinden