betuttelende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·tut·te·len·de
Werkwoord
vervoeging van: | betuttelen |
betuttelende
- verbogen vorm van betuttelend, het onvoltooid deelwoord van betuttelen
Gangbaarheid
- Het woord 'betuttelende' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.