Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ta·lend
stellend
onverbogen betalend
verbogen betalende

Bijvoeglijk naamwoord

betalend

  1. geld aan de rechthebbende gevend
    • Het betalende publiek werd verwelkomd door de directeur. 
     Dankzij de vele betalende gasten dekt die ene kamer nu de hypotheek voor ons hele huis en kunnen we ook langzaam onze hypotheekschuld gaan afbetalen.[1]

Werkwoord

vervoeging van: betalen
verbogen vorm: betalende

betalend

  1. onvoltooid deelwoord van betalen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers