Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·stoeft
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van bestoefen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
bestoefen

bestoeft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestoefen
    • Jij bestoeft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestoefen
    • Hij bestoeft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bestoefen
    • Bestoeft! 
vervoeging van: bestoefen…
verbogen vorm: bestoefte

bestoeft

  1. voltooid deelwoord van bestoefen

Gangbaarheid