• be·staft
  • vervoeging van bestaffen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
bestaffen

bestaft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestaffen
    • Jij bestaft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestaffen
    • Hij bestaft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bestaffen
    • Bestaft! 
vervoeging van: bestaffen…
verbogen vorm: bestafte

bestaft

  1. voltooid deelwoord van bestaffen