bestafte
- be·staf·te
vervoeging van: | bestaffen… |
bestafte
vervoeging van |
---|
bestaffen |
bestafte
- enkelvoud verleden tijd van bestaffen
- Ik bestafte.
- Jij bestafte.
- Hij, zij, het bestafte.
- Ik bestafte.
- Het woord bestafte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.