beruste
Niet te verwarren met: berustte |
- be·rus·te
- berust met de uitgang -e
vervoeging van |
---|
berusten |
beruste
- aanvoegende wijs van berusten
- ▸ Maar op voorwaarde dan, dat die ontwikkeling objectief aanschouwelijk worde gemaakt, en de oplossing beruste op een vlak, van waar iedereen ze overschouwen kan.[1]
- Deze vorm wordt vaak per abuis gebruikt:
- a. als verschrijving van de onvoltooid verleden tijd enkelvoud "berustte" (met dubbel t)
- • Zijn boze vraag van gisteren berustte op een misverstand.
- b. als verbogen vorm van het voltooid deelwoord "berust": "berusten" is een ergatief werkwoord, waardoor we voor bijvoeglijk gebruik niet het voltooid deelwoord nemen, maar het tegenwoordig deelwoord berustende
- • Hij stelde een op een misverstand berustende vraag.
- Het woord beruste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beruste" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron Karel van de Woestijne (ed. Ada Deprez)Dr. Hein Boeken te Brussel (11 maart 1912), NRC in: Verzameld journalistiek werk. Deel 5: Nieuwe Rotterdamsche Courant december 1911- januari 1913. (1989), Cultureel Documentatiecentrum, Gent, p. 197/198 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be