berookt
- be·rookt
- vervoeging van beroken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van |
---|
beroken |
berookt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beroken
- Jij berookt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beroken
- Hij berookt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beroken
- Berookt!
vervoeging van: | beroken… |
verbogen vorm: | berookte |
berookt
- voltooid deelwoord van beroken
- Het woord berookt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "berookt" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be