beroerde
- be·roer·de
beroerde
- verbogen vorm van de stellende trap van beroerd
vervoeging van |
---|
beroeren |
beroerde
- enkelvoud verleden tijd van beroeren
- Ik beroerde.
- Jij beroerde.
- Hij, zij, het beroerde.
- Ik beroerde.
- verbogen vorm van beroerd, voltooid deelwoord van beroeren
- Het woord beroerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.