Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·nieuwt
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
benieuwen

benieuwt

  1. onpersoonlijke tegenwoordige tijd van benieuwen
    • Enfin, er is veel voor en tegen; het meest benieuwt me of er nog op zal worden gerepliceerd. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen