Indonesisch

Woordafbreking
  • be·nar

Bijvoeglijk naamwoord

benar

  1. waar
  2. juist
    «Jawabannya benar semua.»
    Al zijn antwoorden waren juist.
  3. zeer, heel (bijwoordelijk gebruikt)
    «Mahal benar oto ini.»
    Deze auto is heel duur.
Synoniemen
Antoniemen