Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·morst
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van bemorsen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
bemorsen

bemorst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bemorsen
    • Jij bemorst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bemorsen
    • Hij bemorst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bemorsen
    • Bemorst! 
vervoeging van: bemorsen…
verbogen vorm: bemorste

bemorst

  1. voltooid deelwoord van bemorsen

Gangbaarheid