belommeren
- Geluid: belommeren (hulp, bestand)
- be·lom·me·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
belommeren |
belommerde |
belommerd |
zwak -d | volledig |
belommeren
- overgankelijk schaduw verlenen
- De oude kastanjeboom belommerde het bankje bij de prachtige vijver en maakte het op deze hete dag een aangename plek om enige tijd te verpozen.
- Het woord belommeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.