bekwijlen
- be·kwij·len
bekwijlen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bekwijlen |
bekwijlde |
bekwijld |
zwak -d | volledig |
- iets of iemand met spuug of kwijl nat maken
- Het woord 'bekwijlen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bekwijlen" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be