bekladderen
- Geluid: bekladderen (hulp, bestand)
- be·klad·de·ren
bekladderen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bekladderen |
bekladderde |
bekladderd |
zwak -d | volledig |
- overgankelijk iets met verf of iets anders bevuilen als vorm van vandalisme
- De politie heeft donderdag een man aangehouden die ervan wordt verdacht dat hij een politiebureau in Weesp (Noord-Holland) heeft beklad met hakenkruizen. [2]
- Het beeld van de Britse beeldhouwer Anish Kapoor, een stalen buis die vanwege de uitstulpingen aan het uiteinde de bijnaam Vagina van de Koningin draagt, werd afgelopen weekend beklad met antisemitische leuzen. De eerste graffiti-aanval was in juni, kort na de onthulling. [3]
- A. heeft bekend dat hij het monument afgelopen zomer twee keer met verf en een keer met purschuim heeft beklad. Ook liet hij een briefje achter. Zijn advocaat sprak van „een schreeuw om aandacht.” [4]
- Het woord bekladderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf 08 nov. 2012 Bekladder politiebureau Weesp aangehouden
- ↑ De Telegraaf 10 sep. 2015 Beeld in Versailles voor derde keer beklad
- ↑ De Telegraaf 13 dec. 2013 Bekladder monument Nicky naar kliniek