beitelt in
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beitelt in (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bei·telt in
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inbeitelen |
beitelt (...) in
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbeitelen
- Jij beitelt in.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbeitelen
- Hij beitelt in.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inbeitelen
- Beitelt in!
Gangbaarheid
- Het woord beitelt in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.