behuwdvaders
- Geluid: behuwdvaders (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈhywtfadərs / (4 lettergrepen)
- be·huwd·va·ders
- behuwdvader met uitgang -s
de behuwdvaders mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord behuwdvader
- ▸ (…) — bloedverwanten verzaakten hunne bloedverwanten, schoonzonen hunne behuwdvaders, slaven, zelfs onder het pijnigen, hunne meesters niet; (…)[1]
- Het woord 'behuwdvaders' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron M.C. van HallRedevoering over het wijsgeerige en karaktermatige van Tacitus als geschiedsschrijver in:N.G. van Kampen (ed.)Magazijn voor wetenschappen, kunsten en letteren, jrg. 1 deel 6 (1826), P. Meyer Warnars, Amsterdam, p. 19