behangselschilders

  • be·hang·sel·schil·ders

de behangselschildersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord behangselschilder
     In de zaal waar het werk van de Dordtse achttiende-eeuwse behangselschilders Abraham en Jacob van Strij wordt getoond, duiken in de ladekasten tekeningen op die bij wijze van stalenboek aan potentiële klanten werden getoond.[1]
  1.   Weblink bron
    Bram de Klerck
    “Eindelijk plek om alles te tonen” (26 november 2010) op nrc.nl