• be·groot
  • vervoeging van begroten: de stam zonder -t omdat de stam al op -t eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
begroten

begroot

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van begroten
  2. gebiedende wijs van begroten
vervoeging van: begroten…
verbogen vorm: begrote

begroot

  1. voltooid deelwoord van begroten
  2. vormt de voltooide tijden
    • Ziekenhuizen hebben de gestegen loonkosten niet goed begroot. 
  3. vormt de lijdende vorm
    • De totale kosten worden begroot op ruim 3,5 miljoen dollar. 
  4. als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt
    • De aanlegkosten zijn begroot op 150 miljoen euro. 
  5. attributief gebruikt
    • De aanleg van de nieuwe brug gaat beduidend meer kosten dan de begrote 10 miljoen euro.