Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beet in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inbijten

beet (...) in

  1. enkelvoud verleden tijd van inbijten
    • Ik beet in. 
    • Jij beet in. 
    • Hij, zij, het beet in.