Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: веер
  • beep
vervoeging van
beepen

beep

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beepen
    • Ik beep. 
  2. gebiedende wijs van beepen
    • Beep! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beepen
    • Beep je? 


vervoeging
onbepaalde wijs to  beep 
he/she/it  beeps 
verleden tijd  beeped 
voltooid
deelwoord
 beeped 
onvoltooid
deelwoord
 beeping 
gebiedende wijs  beep 

beep

  1. een piepgeluid maken