bedrijfszekerheid
- be·drijfs·ze·ker·heid
- Afgeleid van bedrijfszeker met het achtervoegsel -heid [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedrijfszekerheid | bedrijfszekerheden |
verkleinwoord |
de bedrijfszekerheid v
- de betrouwbaarheid in het gebruik van een machine of apparaat
- ▸ In een vanochtend uitgegeven verklaring schrijft ProRail dat de manier van opdrachten vergeven in een overgang verkeert. Vroeger gebeurde de gunning onderhands, maar de aanbesteding moet nu openbaar gebeuren. "Uit het oogpunt van bedrijfszekerheid en continuïteit kunnen we niet in een klap van onderhands gunnen naar openbaar aanbesteden gaan", laat de spoorbeheerder weten.[3]
- Het woord bedrijfszekerheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ bedrijfszekerheid op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “ProRail onderzoekt eigen aanbestedingen” (Donderdag 19 maart 2015, 12:43), NOS