beauty
- beau·ty
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘schoonheid’ voor het eerst aangetroffen in 1903 [1]
- Overgenomen uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beauty | beauty's |
verkleinwoord | - | - |
de beauty v
- een heel mooi uitziende vrouw
- een schoonheid
- De merrie was een echte beauty.
- Het woord beauty staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beauty" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "beauty" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be