• be·ar·beid
  • vervoeging van bearbeiden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
bearbeiden

bearbeid

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bearbeiden
    • Ik bearbeid. 
  2. gebiedende wijs van bearbeiden
    • Bearbeid! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bearbeiden
    • Bearbeid je? 
vervoeging van: bearbeiden…
verbogen vorm: bearbeide

bearbeid

  1. voltooid deelwoord van bearbeiden