basten
- bas·ten
de basten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bast
vervoeging van |
---|
bassen |
basten
- meervoud verleden tijd van bassen
- Wij basten.
- Jullie basten.
- Zij basten.
- Wij basten.
- Het woord basten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "basten" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vervoeging van |
---|
bastar |
basten