Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bas·kiet
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Engelse bask met het achtervoegsel -iet
enkelvoud meervoud
naamwoord baskiet baskieten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

baskiet

  1. rieten mand voor het bewaren en vervoeren van waren

Gangbaarheid