Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bar·bier·sters
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de barbierstersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord barbierster
    • Zij moeten niet alleen verplegen, maar ook volleerde barbiersters zijn! [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen