Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • balk·jes

Zelfstandig naamwoord

de balkjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord balk
     Het tropische paradijs veranderde in een kerkhof met onzichtbare graven. Boven aan de pagina verschenen vijf balkjes.[1]

Verwijzingen