Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bakt aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanbakken

bakt aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbakken
    • Jij bakt aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbakken
    • Hij bakt aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanbakken
    • Bakt aan! 


Gangbaarheid