Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·ke·re

Werkwoord

vervoeging van
bakeren

bakere

  1. aanvoegende wijs van bakeren


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·ke·re
Naar frequentie 52733

Zelfstandig naamwoord

bakere

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van baker