bak vast
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bak vast
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vastbakken |
bak (...) vast
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastbakken
- Ik bak vast.
- gebiedende wijs van vastbakken
- Bak vast!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastbakken
- Bak je vast?