• bag·gert op
vervoeging van
opbaggeren

baggert op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbaggeren
    • Jij baggert op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbaggeren
    • Hij baggert op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opbaggeren
    • Baggert op!