badmintonnen
- bad·min·ton·nen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
badmintonnen |
badmintonde |
gebadmintond |
zwak -d | volledig |
badmintonnen
- (badminton)inergatief beoefenen van badminton
- Enkele vlaamse badmintonners hebben 30 uur aan een stuk gebadmintond.
- Het woord badmintonnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.