• bad·min·ton·nen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
badmintonnen
badmintonde
gebadmintond
zwak -d volledig

badmintonnen

  1. (badminton)inergatief beoefenen van badminton
    • Enkele vlaamse badmintonners hebben 30 uur aan een stuk gebadmintond.