Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
bôm
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Middelnederduits
1.1
Woordherkomst en -opbouw
1.2
Zelfstandig naamwoord
1.2.1
Overerving en ontlening
2
Oudsaksisch
2.1
Woordherkomst en -opbouw
2.2
Zelfstandig naamwoord
2.2.1
Hyponiemen
2.2.2
Afgeleide begrippen
2.2.3
Overerving en ontlening
3
Vietnamees
3.1
Uitspraak
3.2
Zelfstandig naamwoord
3.2.1
Synoniemen
Middelnederduits
Woordherkomst en -opbouw
Afgeleid van het Oudsaksische
bôm
Zelfstandig naamwoord
bôm
(
plantkunde
)
boom
slagboom
; balk die dwars over een weg kan worden neergelaten als afsluiting
Overerving en ontlening
Nedersaksisch
:
Bäom
,
Baum
,
Bom
,
boom
,
Boom
,
Boum
Oudsaksisch
Woordherkomst en -opbouw
Afgeleid van het Proto-Germaanse
*baumaz
Zelfstandig naamwoord
bôm
(
plantkunde
)
boom
Hyponiemen
bômfalko
bômgardo
Afgeleide begrippen
birubôm
kurnilbôm
mūlbôm
persikbôm
Overerving en ontlening
Middelnederduits
:
bôm
Nedersaksisch
:
Bäom
,
Baum
,
Bom
,
boom
,
Boom
,
Boum
Vietnamees
Uitspraak
IPA
:
/ɓom
33
/
Zelfstandig naamwoord
bôm
appel
Synoniemen
táo tây