Nederlands

 
[1] awari
 
[2] awari
Uitspraak
Woordafbreking
  • awa·ri
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Surinaams-Nederlands [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord awari awari's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

awari

  1. Didelphis marsupialis   buidelrat
  2. oorspronkelijk Afrikaans bordspel voor twee personen waarbij men vierentwintig balletjes en een bord met twaalf uithollingen gebruikt

Gangbaarheid

Verwijzingen