• av·ver·get
Naar frequentie 16188
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud avverget - -
o enkelvoud avverget
meervoud avvergede
avvergete
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
avvergede
avvergete
- -

avverget

  1. afgeweerd, afgewend, verijdeld, voorgekomen

avverget

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van avverge

avverget

  1. voltooid (verleden) deelwoord van avverge