• av·ta·lar
  • Werkwoord: Afleiding van de Nynorske werkwoorden avtala en avtale met het voorvoegsel av-.
  • Zelfstandig naamwoord: Afleiding van het Nynorske zelfstandige naamwoord avtale met het voorvoegsel av-.

avtalar

  1. tegenwoordige tijd van avtala

avtalar

  1. tegenwoordige tijd van avtale

avtalar, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van avtale