aviser
- avi·ser
Naar frequentie | 4246 |
---|
aviser
- nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van avis
- avi·ser
Naar frequentie | 4400 |
---|
aviser
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van avise
aviser
- nominatief onbepaald mannelijk meervoud van avis
aviser
- nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van avis
- avi·ser
aviser
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van avisa
aviser
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van avise
aviser
- nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van avis