avisa
- avi·sa
Naar frequentie | 5396 |
---|
avisa, v
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van avis
- avi·sa
avisa
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast avise, zie aldaar
avisa
avisa
- gebiedende wijs van avisa
avisa
avisa
- gebiedende wijs van avise
avisa, v
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van avis
vervoeging van |
---|
avisar |
avisa