• av·fol·kin·ga
  • Noorse zelfstandignaamwoordsvorm met het voorvoegsel av-, met het achtervoegsel -ing en met de woorduitgang -a

avfolkinga

  1. nominatief bepaald vrouwelijk enkelvoud van avfolkning


  • av·fol·kin·ga
  • Nynorske zelfstandignaamwoordsvorm met het voorvoegsel av-, met het achtervoegsel -ing en met de woorduitgang -a

avfolkinga

  1. nominatief bepaald vrouwelijk enkelvoud van avfolkning