Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
autodichia
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Italiaans
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Woordherkomst en -opbouw
1.4
Zelfstandig naamwoord
Italiaans
Uitspraak
IPA
:
/ˌau̯.to.di.ˈkiː.ja/
Woordafbreking
au·to·di·chi·a
Woordherkomst en -opbouw
Een pseudo-Griekse samenstelling, bestaande uit
αὐτός
(
zelf, eigen
) en
δίκη
(
recht
).
enkelvoud
meervoud
autodichia
autodichie
Zelfstandig naamwoord
autodichia
v
(
juridisch
)
de bevoegdheid van het Parlement om te oordelen in geschillen die zijn eigen werknemers betreffen